Alle herinneringen, omgekeerd chronologisch gesorteerd

10 herinneringen per pagina
Ga naar personen lijst
Je bent niet ingelogged (login)

<< Eerste < Vorige -- Pagina 17 van 65 -- Volgende > Laatste >>

Mijn herinnering aan Peter Mackay

Verhaal nr: 489
Een herinnering van A. Schilfgaarden aan Peter George Mackaij
Toegevoegd op 2010-08-24 16:02:25

Familie Mackay woonde met opa, oma en dochter in een fortwachterswoning. (fort Sabina red.) Peter was een jongetje van negen toen de dijk vlak voor de woning van de familie Mackay doorbrak. Het hele gezin is door het kolkende water meegesleurd. Peter mocht iedere zaterdag om twaalf uur met mij meerijden op mijn motorfiets. Dan stond hij te wachten bij het hek van het fort. De eerste tijd zat hij voorop later mocht hij achterop, dat wilde hij liever. Ik was werkzaam op het fort voor het beheren en onderhouden van mobilisatiemateriaal. Tot de laatste zaterdag 31 januari 1953, ik heb afscheid genomen zoals altijd en hem daarna nooit meer terug gezien. Peter is met opa, oma en hun dochter in die nacht verdronken. Het lichaam van Peter is teruggevonden op de deur van de sluis (waar ik altijd afscheid van hem nam). Hij was door de golven opgezwiept en tegen de dijk van Fijnaart en Heijningen gevonden. Peter werd slechts 9 jaar.

Huis van de familie van Schilfgaarden


Gered door een hooiklamp

Verhaal nr: 488
Een herinnering van M. Ouwens-van Bochove aan Wouter Ouwens
Toegevoegd op 2010-08-05 17:58:33

Zaterdagavond 31 januari 1953. Het stormde verschrikkelijk hard. We zaten aan tafel een kop koffie te drinken toen we opeens een harde klap buiten hoorden. Mijn man, Coen, ging kijken wat er gebeurd was. Hij zag dat de schoorsteen van het dak af gewaaid was. Wij woonden in het stationsgebouw aan de Stationsweg te Oude-Tonge. 's Nachts werden we wakker van de herrie. Toen we uit bed stapten, stonden we tot onze enkels in het water. Dus hebben we ons zoontje uit zijn ledikantje gehaald en zijn snel naar boven gegaan. Daar hadden we voor de kleine Wout nog een wiegje staan, waar hij nog maar net uit gegroeid was. Daar zaten we dan op zolder. Woutje lekker in de wieg ingestopt. Het water steeg zo snel, dat het zo tot aan het zolderraam stond. Er kwamen twee mannen aandrijven die bij ons naar binnen geklommen zijn. Zij zijn op een stoel gaan staan om door het dakraam te klimmen. Mijn man Coen is toen ook op het dak geklommen, zodat hij alles kon zien wat er gebeurde. Zelf ben ik ook op een stoel gaan staan, ik wilde ook zien wat er gaande was. Coen zag mij staan en trok mij plotseling naar buiten. Ik was net op het dak, of het huis zakte als een kaartenhuis in elkaar. Als een wonder kwam er net een hooiklamp aandrijven , waar we zo met zijn allen op konden stappen. Maar Woutje lag in de wieg en was ik kwijt. We dreven met de hooiklamp naar het watergemaal bij de boezem. Vandaar zijn we naar het dorp gelopen. Ik in nachtkleding met een oud jasje erover en op blote voeten. Eerst kwamen we bij garage Tuns op de Oostdijk. Daarvandaan zijn we naar Leen Kosten op de Molendijk gegaan, waar we met zo'n 30 mensen zaten. Later zijn we met de boot naar Brabant gevaren en naar de veehallen in 's-Hetogenbosch gebracht.

Lena op Cathechesatie.

Verhaal nr: 487
Een herinnering van Rinus Deurloo aan Lena Maria Bolle
Toegevoegd op 2010-06-18 12:21:03

Zie ook gegevens bij haar vader Bolle Marinus Leendert. Van Lena herinner ik mij het volgende; Lena was een verlegen en stil meisje met een eenvoudige geest. Tijdens Cathechesatie vroeg ouderling Bij de Vaate; "wie van jullie heeft nog nooit gezondigd?". Het was stil, maar na een poosje stak Lena haar vinger op en zei; "ikke, meneer BijdeVaate". Dit zegt wel heel veel over Lena.

Mijn eerste vriendje

Verhaal nr: 486
Een herinnering van Henk Flikweert aan Gerard Johannis ter Riet
Toegevoegd op 2010-06-12 22:54:29

Gerrie, zoals zijn roepnaam was, speelde na schooltijd altijd met mij, vanaf de kleuterschool. Hij woonde vier huizen van ons vandaan, in de Muyeweg. Als we eind van de middag honger kregen gingen we bij ons thuis om een boterham met stroopvet. Moeder ter Riet riep mij later na de ramp als ik aan het spelen was weleens binnen. Nooit vergeet ik de met tranen gevulde ogen als ze stil naar me zat te kijken.

Mijn broer

Verhaal nr: 485
Een herinnering van Piet de Vos aan Adrianus Pieter de Vos
Toegevoegd op 2010-06-08 15:20:15

Mijn broer Adri (erjoan) in het plat was mijn oudere broer, waar ik veel mee optrok tijdens de schooldagen en er buiten. Na schooltijd moesten wij of naar het land (volkstuin) of gras snijden voor de konijnen die van onze vader waren en dat waren er meestal wel een stuk of dertig. Arend, een broer onder mij was negen jaar, dan kwam mijn zusje Jany van zeven en de kleinste broer Jan was elf maanden. Zij zijn met mijn vader verdronken. Mijn geluk was dat ik op dat moment in het ziekenhuis in Dirksland lag anders had ik deze herinnering niet op kunnen schrijven.

Mijn vader

Verhaal nr: 484
Een herinnering van Piet de Vos aan Lieven de Vos
Toegevoegd op 2010-06-08 14:58:02

Mijn vader was een hard werkende landarbeider die in de zomer bij verschillende boeren zijn kost verdiende, en of dat niet genoeg was loste hij met zijn maten ook af en toe nog een kolenschip 's nachts omdat dat overdag niet kon vanwege de verbranding. Ik heb mijn vader maar kort mee mogen maken, want de ramp heeft ons diep getroffen. Wij waren met zeven personen thuis en hij is met vier van de vijf kinderen jammerlijk met veel strijd ten onder gegaan. Mijn moeder en ik zijn naar het oosten van het land verhuisd en niet meer de moed gehad om terug te keren. Zij is in 1999 overleden en de dominee zei dat de ramp nog in haar ogen stond, zij heeft het nooit goed kunnen verwerken.

leerling van de christelijke lagere school

Verhaal nr: 483
Een herinnering van Nellie van Dijk aan Leendert Koopman
Toegevoegd op 2010-05-21 23:26:10

Leen was leerling van de christelijke lagere school aan de Hofweg. Ik heb geen persoonlijke herinnering aan hem maar weet uit een brief van mijn vader (hoofd van de school) dat hij samen met het hele gezin Koopman is omgekomen. Meester Van Dijk schreef in een correspondentiebrief aan zijn overal verspreid wonende leerlingen: ..... Ik ga in gedachten terug tot Vrijdag 30 januari. Wij hadden zo met elkaar geëindigd in de klas van meester Quist. En we waren uit elkaar gegaan, zoals andere weken, niet vermoedende, welke ramp ons wachtte en dat er ook 3 kinderen onder ons waren, die we nooit meer zouden terug zien...... Hoe gaat het met jullie? En hoe heb je het gehad tijdens de ramp? Wat een voorrecht, dat jullie nog leven. Denk je nog wel eens aan jullie schoolkameraadjes die verdronken zijn? Het zijn er 3, de broertjes PIET en WIM BOLLE en LEEN KOOPMAN en de oudleerlinge LENA BOLLE. Ze zijn allen met vader, moeder, broers en zusjes verdronken

Het schoolgebouw tijdens de ramp


oud-leerlinge van de christelijke school

Verhaal nr: 482
Een herinnering van Nellie van Dijk aan Lena Maria Bolle
Toegevoegd op 2010-05-21 23:11:11

Persoonlijke herinneringen heb ik niet aan Lena. Ik heb wel vaak horen vertellen over de tragische dood van het gezin Bolle. Lena was oud-leerlinge van de christelijke lagere school in Oosterland. Mijn vader, hoofd van de school, heeft in de evacuatietijd enkele correspondentiebrieven geschreven aan zijn her en der wonende leerlingen. Hij haalt Lena hierin ook enkele keren aan. In de eerste brief:.....Denk je nog wel eens aan jullie schoolkameraadjes die verdronken zijn? Het zijn er 3, de broertjes PIET en WIM BOLLE en LEEN KOOPMAN en de oudleerlinge LENA BOLLE. Ze zijn allen met vader, moeder, broers en zusjes verdronken. In de tweede brief (mijn vader was half februari polshoogte wezen nemen in de school).... ’t Is allemaal wel erg, maar wat ik ook gezien heb was nog veel erger. Er waren die dag 10 mensen gevonden en daaronder was Lena Bolle en naar ik meende haar zusje en broertje. Maar volgens anderen waren ze het niet.

Zoektocht naar familie in Zeeland

Verhaal nr: 481
Een herinnering van Adriaan Smit aan Maria Johanna Sinke-van Iwaarden
Toegevoegd op 2010-05-01 14:36:24

Toen mijn oudere broer Rinus op 1 februari 1953 via de radio van de overstromingen hoorde is hij, zonder zich te bedenken, onmiddellijk per trein uit Amsterdam afgereisd richting Zeeland. Het lag in zijn bedoeling om de familie in Zeeland op te sporen en hen te helpen. De verbindingen met het rampgebied waren zeer gebrekkig. Informatie kwam mondjesmaat en traag via de radio beschikbaar. Zuid Beveland bleek niet meer met de trein bereikbaar te zijn en toen is hij al liftend in het rampgebied terecht gekomen. Zijn eerste doel was om oom Adriaan Sinke en tante Marie Sinke-van Iwaarden in Kruiningen zien te vinden. Het is hem niet gelukt. Via lokale informatiebronnen vernam hij dat zij vermoedelijk waren verdronken. Wel lukte het hem later om met onze neef Rien, die toentertijd bij oom Adriaan en tante Marie in huis was, in contact te komen. Neef Rien is als door een wonder gered en heeft het hele dramatische gebeuren met onze oom en tante en hemzelf aan mijn broer Rinus kunnen vertellen. Mijn broer is toen verder op zoek gegaan naar andere familieleden in Rilland en omgeving. Hij heeft ze, met veel moeite, kunnen traceren want zij bleken allen gered. De chaotische toestanden die in die eerste dagen na de ramp in Zeeland heersten zijn - ook nu nog - nauwelijks voorstelbaar.

Rinus op bezoek bij oom Adriaan en tante Marie.


Maria Johanna Sinke-van Iwaarden, mijn andere moeder

Verhaal nr: 480
Een herinnering van Adriaan Smit aan Maria Johanna Sinke-van Iwaarden
Toegevoegd op 2010-05-01 14:21:33

Tante Marie was de ruim twee jaar oudere zuster van mijn moeder en op één na de oudste van het kinderrijke gezin van Marinus van Iwaarden uit Rilland. Op 10 mei 1917 trouwde tante Marie met Adriaan Sinke uit het naburige Kruiningen. Het echtpaar bleef kinderloos. Tante Marie droeg haar Zeeuwse klederdracht met overtuiging. Het waren warme en gastvrije mensen. Mijn sterkste herinneringen aan tante Marie en oon Adriaan dateren uit de periode dat mijn ouders hen in 1947 vroegen om voor een bepaalde, maar nog onzekere, periode pleegouders voor hun jonge neefje (geboren in 1939) uit Amsterdam te worden. En zo werd ik liefdevol in hun midden opgenomen en hebben zij mij bijna twee jaar met alle zorgen omringd. Het werd voor mij een onvergetelijke, boeiende en leerzame tijd. Tante Marie was als een moeder voor mij. Zij regelde van alles wat zij nodig voor mij vond. Zo ging ik ook naar school (met de Bijbel, Slotstraat) in Kruiningen. Tante zorgde voor het contact met mijn familie in Amsterdam en liet mij brieven schrijven. Ik kreeg eigen verantwoordelijkheden in en rond het huis, met het kleinvee en op het land. Oom maakte eigenhandig een kruiwagen voor mij zodat ik op het eigen stukje land kon helpen. Na 1948 ging ik elk jaar bij hen, mijn tweede moeder en vader, op zomervakantie. Door de rampzalige watervloed zijn die vakantie helaas beperkt gebleven tot een paar jaar. Maar de herinneringen aan mijn leven met hen blijken onuitwisbaar. Maria Johanna Sinke-van Iwaarden is op de begraafplaats te Yerseke begraven. mei 2010


Maria Johanna Sinke-van Iwaarden op jonge leeftijd


<< Eerste < Vorige -- Pagina 17 van 65 -- Volgende > Laatste >>