Alle herinneringen, omgekeerd chronologisch gesorteerd

10 herinneringen per pagina
Ga naar personen lijst
Je bent niet ingelogged (login)

<< Eerste < Vorige -- Pagina 19 van 65 -- Volgende > Laatste >>

Opoe

Verhaal nr: 466
Een herinnering van Adriaan van Noord aan Jannetje Quist-Hartman
Toegevoegd op 2010-02-16 11:16:16

Jannetje Hartman was mijn opoe. Van moeders kant.
Mijn opoe was een een hartelijke gezellige vrouw die altijd bezig was en veel zelf bakte. Zij was voor mijn moeder haar grootste vriendin.

Mijn opoe was de 4e van 7 kinderen (3 meisjes en 4 jongens) in het gezin Hartman dat achter hun klein winkeltje op de hoek van de Nieuwstraat woonde, onderaan de Molendijk in Oude Tonge. Van zo'n winkeltje kon een heel gezin niet leven natuurlijk, dus vader, moeder en de kinderen werkten ook in "dienstjes" en 's zomers op het land. Dat waren lange dagen. Het schijnt dat 's zomers werkdagen van 's ochtends 5 uur tot 's avonds 8 – ook voor kinderen – geen uitzonderingen waren.

In mei 1918 trouwde zij met Leendert Quist.
Jannetje Hartman en Leen Quist kregen 1 dochter; mijn moeder.

Van haar heb ik het voorgaande gehoord; het was een leven van hard werken.
Door veel en hard te werken en spaarzaam te leven zagen mijn opa en opoe kans om in 1927 een eigen huis te kopen; aan de Zuiddijk in Oude Tonge, nummer 52. Een mooi dijkhuisje. met in de kamer 2 bedsteden en een spinkast boven de kelder; en een geheimzinnig zolderkamertje. Het was er altijd heel gezellig. Ik heb daar heel vaak gelogeerd.
Volgens mijn moeder was het het plan dat ik ook in het rampweekend bij mijn opa en opoe aan de Zuiddijk zou logeren; dat plan ging niet door. Ik sliep thuis; op de Molendijk.

Het weekend erna zou ik ook al blijven logeren, want dan was mijn opoe jarig; ze zou dan 61 jaar worden. We hadden haar cadeautje al in huis.

Niemand kon toen weten dat ik nooit meer bij mijn opa en opoe zou logeren. Pas vele jaren later kon mijn moeder voldoende moed verzamelen om dat kleedje weer tevoorschijn te halen. Hoewel mijn opoe het nooit gezien heeft is dit kleedje bijna onze enige tastbare herinnering aan mijn opoe, want van hun huisje is geen steen overeind gebleven.

OPA

Verhaal nr: 465
Een herinnering van Adriaan van Noord aan Leendert Quist
Toegevoegd op 2010-02-16 11:13:32

Leendert Quist was mijn opa. Van moeders kant.
Tijdens de rampnacht was ik 8. Mijn opa was toen ongeveer even oud als ik nu ben; 65.
Mijn opa was een aardige, lieve, maar ook een strikte rechtgeaarde man; ik kan me niet herinneren dat hij ooit boos op mij werd.

Mijn opa kwam als jongetje van 12 met het gezin Quist (vader, moeder 4 meisjes en 5 jongens) van Sint Maartensdijk op Tholen naar Oude Tonge, waar zijn vader als knecht bij een boer kon gaan werken. Boerenknecht was al een heel mooie baan, want dat was vast werk, en dat was zeldzaam.
Het betekende wél dat niet alleen de vader, maar het hele gezin altijd klaar moesten staan voor allerlei werk op de boerderij. Vooral 's zomers waren Leen en zijn broers en zussen lange dagen op het land. Het schijnt dat 's zomers werkdagen van 's ochtends 5 uur tot 's avonds 8 – ook voor kinderen – geen uitzonderingen waren. Opa was een gezonde man en een harde werker.

In mei 1918 trouwde hij met Jannetje Hartman.
Leendert Quist en Jannetje Hartman kregen 1 dochter; mijn moeder.

Van haar heb ik het voorgaande gehoord; het was een leven van hard werken.
Door veel en hard te werken en spaarzaam te leven zagen mijn opa en oma kans om in 1927 een eigen huis te kopen; aan de Zuiddijk in Oude Tonge, nummer 52. Een mooi dijkhuisje. met in de kamer 2 bedsteden en een spinkast boven de kelder; en een geheimzinnig zolderkamertje.
Ik heb daar heel vaak gelogeerd;
Volgens mijn moeder was het ook het plan dat ik in het rampweekend bij mijn opa en oma aan de Zuiddijk zou logeren; dat plan ging niet door. Ik sliep thuis; op de Molendijk.

Het is wel zeker dat mijn opa en oma zich die rampnacht van het gevaar bewust waren. Zij hadden hoogstwaarschijnlijk hun huisje al verlaten toen zij door een vloedgolf verrast en meegesleurd werden. Toen zij weken later in de Molenpolder gevonden werden bleken zij beiden geheel aangekleed, compleet met overjas en mantel. Mijn opa had een tasje met “belangrijke” papieren bij zich, waaronder de eigendomsacte van hun huisje.
Maar met mijn opa en oma was ook hun huisje in de maalstroom totaal verdwenen. Er bleven ons bijna geen tastbare herinneringen over.

Ter nagedachtenis aan mijn opa.

Verhaal nr: 464
Een herinnering van Carin van IJsselmuide-Bruijns (dochter van Wilma Rampart) aan Laurentius Marinus Cornelis Rampart
Toegevoegd op 2010-01-12 09:27:38

.



De vorige Katie

Verhaal nr: 463
Een herinnering van Katie van der Maale - Maliepaard aan Kaatje Maria Maliepaard
Toegevoegd op 2009-11-26 19:25:03

Ik ben in 1959 geboren en kan dus geen herinneringen aan de ramp hebben. Van ons gezin, wat voor de ramp uit mijn vader en moeder en 3 kinderen bestond, zijn met de ramp 2 kinderen verdronken. Ik ben vernoemd naar mijn zusje Katie die verdronken is. In 1955 is er in ons gezin ook een jongen geboren, die is vernoemd naar mijn broertje Jan die verdronken is. Katie was het tweede kind uit het gezin Maliepaard–van Noord. Het gezin woonde in 1953 in de woning Zuiddijk 37 te Oude Tonge. De woning stond op de dijk. In de nacht van 1 februari is mijn vader gaan kijken of hij hulp moest bieden bij mijn opa en oma. Zij woonden op Zuiddijk 48, ongeveer 100 meter verder, maar wel onder aan de dijk. Wellicht is zijn gedachte geweest dat de oude mensen gevaar liepen en dat zijn eigen woning hoger en dus veiliger lag. De angst van mijn moeder die met haar 3 kinderen in haar eigen woning was achter gebleven werd uiteraard steeds groter. Mede op aanraden van anderen is zij met haar 3 kinderen gevlucht naar het huis van de overburen. Deze vlucht is het gezin fataal geworden. Een gedeelte van die woning is door het water weggeslagen. Katie en haar broertje Jan zijn hierbij meegesleurd en allebei verdronken. Mijn moeder heeft dit vlak voor haar ogen zien gebeuren. Met haar jongste kind in haar armen is zij de volgende morgen van het stukje zolder gehaald wat niet was weggeslagen. Die dag, 1 februari 1953, was niet alleen de sterfdag van haar 2 kinderen maar ook de dag dat zij 33 jaar werd. Haar eigen woning, Zuiddijk 37, is die nacht gespaard gebleven en staat er tot op de dag van vandaag nog. Katie is 21 februari 1953 begraven in het massagraf te Oude Tonge. Zij is 4 jaar oud geworden. Haar broertje Jan is daar 13 maart 1953 begraven. Hij is 7 jaar oud geworden. Omdat er na mijn geboorte weer een “Katie” in ons gezin was werd daarna mijn verdronken zusje “de vorige Katie” genoemd.




De vorige Jan

Verhaal nr: 462
Een herinnering van Jan Maliepaard aan Jan Gerrit Maliepaard
Toegevoegd op 2009-11-26 19:03:11

Ik ben in 1955 geboren en kan dus geen herinneringen aan de ramp hebben. Van ons gezin, wat voor de ramp uit mijn vader en moeder en 3 kinderen bestond, zijn met de ramp 2 kinderen verdronken. Ik ben vernoemd naar mijn broertje Jan die verdronken is. Later is er in ons gezin ook nog een meisje geboren, dat is vernoemd naar mijn zusje Katie die verdronken is. Jan was het oudste kind uit het gezin Maliepaard - van Noord. Het gezin woonde in 1953 in de woning zuiddijk 37 te Oude Tonge. De woning staat op de dijk. In de nacht van 1 februari is mijn vader gaan kijken of hij hulp moest bieden bij opa en oma. Zij woonden op zuiddijk 48, ongeveer 100 meter verder, maar wel onder aan de dijk. Wellicht is zijn gedachte geweest dat de oude mensen gevaar liepen en dat zijn eigen woning hoger en dus veiliger lag. De angst van mijn moeder die met haar 3 kinderen in haar eigen woning was achter gebleven werd uiteraard steeds groter. Mede op aanraden van anderen is zij met haar 3 kinderen gevlucht naar het huis van de overburen. Deze vlucht is het gezin fataal geworden. Een gedeelte van die woning is door het water weggeslagen. Jan en zijn zusje Katie zijn hierbij meegesleurd en allebei verdronken. Mijn moeder heeft dit vlak voor haar ogen zien gebeuren. Met haar jongste kind in haar armen is zij de volgende morgen van het stukje zolder gehaald wat niet was weggeslagen. Die dag, 1 februari 1953, was niet alleen de sterfdag van haar 2 kinderen maar ook de dag dat zij 33 jaar werd. Haar eigen woning, zuiddijk 37, is die nacht gespaard gebleven en staat er tot op de dag van vandaag nog. Jan is 13 maart 1953 begraven in het massagraf te Oude Tonge. Hij is 7 jaar oud geworden. Zijn zusje Katie is daar 21 februari 1953 begraven. Zij is 4 jaar oud geworden. Omdat er na mijn geboorte weer een “Jan “ in ons gezin was werd mijn verdronken broertje “de vorige Jan” genoemd.




Een aardige man.

Verhaal nr: 461
Een herinnering van Johan Boucherie aan Petrus Martinus van Beers
Toegevoegd op 2009-11-23 19:39:01

Mijn oudoom Petrus Martinus van Beers had een klein kapperszaakje in het oude centrum van Vlissingen.
Hij was een aimabele man, nooit getrouwd en als kind werd ik er geknipt. Dat was spannend want er lagen bladen die we thuis niet lazen zoals de "Lach", de "Katholieke Illustratie" enz. In de volksmond werd mijn oom ome "Pik" genoemd. Door een doorbraak bij de bomvrije toren liep het oude centrum van Vlissingen onder water.
Mijn oom verdronk in bed.Hij was een van de drie Vlissingse slachtoffers van de watersnoodramp.

Johannes Everhardus Willemsen

Verhaal nr: 460
Een herinnering van H. van Cruninghe aan Johannes Everardus Willemsen
Toegevoegd op 2009-11-14 15:09:04

Johannes Everhardus Willemsen, geboren te Didam op 5 september 1932 maakte deel uit van de 104e Commando compagnie van het Korps Commando Troepen, gelegerd te Roosendaal. Tijdens de watersnoodramp op 1 februari 1953 werd deze compagnie als één van de eerste ingezet in het rampgebied om aldaar elke hulp te bieden die wenselijk was. Zo ook in Fijnaart. Tijdens een poging van Willemsen om mensenlevens te redden brak een dijk door. Willemsen verdween in de golven en werd als vermist opgegeven. Tot hij werd gevonden hebben zijn kameraden, zover als mogelijk, dagelijks naar hem gezocht. Op 4 maart 1953 werd hij in de omgeving van Fijnaart teruggevonden. Op 7 maart werd hij in Didam met militaire eer begraven. Zijn eigen leven opofferen om dat van een medemens te redden, was een daad van grote heldhaftigheid. Daarom zal zijn naam steeds met ere worden genoemd door zijn oude maats van de 104e Commando compagnie en door al zijn vrienden.



Heel lief oud tantetje.

Verhaal nr: 459
Een herinnering van Gerrit van den Boogert aan Neeltje Munters
Toegevoegd op 2009-10-28 11:21:57

Ik heb ze gekend als een heel lief oud tantetje, tijdens de ramp was ik 10 jaar, daarvoor kwam ik veel bij haar, ze was een zus van mijn overgrootmoeder en woonde in bij mijn grootouders. Ik geef familieoverzicht: Mijn overgrootmoeder was Burgje Munters dochter van Jacob Munters en Adriana van Loveren, Burgje Munters trouwde met Leendert van Es, daarvan een dochter Adriana (mijn grootmoeder) trouwde met Adrianus de Been, de dochter Burgje de Been trouwde met mijn vader Jan van den Boogert.
De boerderij waar zij woonden bleef achter aan Matheus Munters en Neeltje Munters beiden ongehuwd overleden, mijn grootouders zijn in gaan wonen dus bij tante Neeltje.
Veel heb ik op haar schoot gezeten en leerde ze mij Psalmversjes. Er is vanuit gegaan dat ze verdronken is op 1 febr. doch dat is niet zo, zij is n.l. overleden op 3 febr. ze kon het allemaal niet meer aan en riep steeds maar wat gebeurt er toch allemaal, verder de reden dat ze op het massagraf is begraven komt doordat het kerkhof onder water stond en dit de enige uitweg was.
Gerrit van den Boogert

Mijn tante, mijn oom en mijn neven.

Verhaal nr: 458
Een herinnering van Josien Vijfhuizen aan Jozina Pieternella van Erkel-de Munck
Toegevoegd op 2009-10-16 15:01:37

Door alle jaren heen speelt dit een rol in mijn leven. Sinds het museum is mij het een en ander duidelijk geworden. Mischien weet ik er nu meer van dan mijn moeder(zus van Josina van Erkel de Munck). Mijn tante verdronk met haar 4 kinderen en haar man. Hoe overleven haar familieleden dat drama van toen? KOMT NOG FOTO BIJ

Warme herinnering.

Verhaal nr: 457
Een herinnering van Hennie (Hendrika) Quaedvlieg-Bogers aan Hendrika Bogers-Buscop
Toegevoegd op 2009-10-11 12:54:14

Oma liep altijd in zwarte kleren, met een grijze schort er over. Het was voor mij een feest om er te zijn. Ben heel trots, dat ik naar haar ben vernoemd, al is mijn roepnaam Hennie. Mijn man noemt me nog wel eens Hendrika of Driekske. Verdere verloop van het verhaal: zie opa Johannes Adrianus Bogers.




<< Eerste < Vorige -- Pagina 19 van 65 -- Volgende > Laatste >>