Alle herinneringen, omgekeerd chronologisch gesorteerd

10 herinneringen per pagina
Ga naar personen lijst
Je bent niet ingelogged (login)

<< Eerste < Vorige -- Pagina 19 van 65 -- Volgende > Laatste >>

Dina (Dini) Kreeft

Verhaal nr: 469
Een herinnering van Riet Clement-de Boed aan Dina Kreeft
Toegevoegd op 2010-03-08 13:09:30

31 Januari 1953 Oude-Tonge

Lieve Lijgje, Jaapje en Dini

Zoals elke zaterdag ging ik op de fiets naar het dorp, naar mijn zus Lijgje en haar kleine kindjes om op te passen, boodschappen doen, aardappels schillen en zo al, ik bleef daar dan tot s'avonds want dan kwam onze Pa en mijn jongere zusje een bakje drinken bij Lijgje. Met zijn drieën vertrokken we dan weer naar buiten dorp want wij woonden daar op de Oudelandsedijk. Maar op deze zaterdag zei Lijgje al om half zes; "Ga jij maar eens gauw naar huis, want de wind wordt al sterker en dan zie ik jullie morgen weer als je uit de Kerk komt".Ik ging er eerst tegen in want ik wilde heel graag bij haar blijven. Maar bezorgde ogen keken mij aan en ze zei nog een keer; "ga nu maar gauw, want het gaat alsmaar harder waaien" Met tegenzin pakte ik mijn fiets en ging. Lijgje staat met Jaapje op haar arm, haar schort wappert door de wind mij nog na te zwaaien, ik keek nog één keer om en zie haar bezorgde ogen en een laatste groet, dan fiets ik weg, het was een hele trap tegen de wind in om thuis te komen.

1 Februari 1953

Alles staat onder water, pas drie dagen later wordt onze angst waarheid, onze lieve zus Lijgje(24 jaar jong) haar zoontje en ons neefje Jaapje van 2 jaar en haar dochterje en onze kleine nichtje Dini van 11 maanden, zijn er niet meer, weg gerukt uit dit leven, mogen ze bij Onze Vader in de Hemel zijn. Voor mij staat zij nog steeds met haar zoontje op de arm en haar schort wapperend door de wind te zwaaien. Maar de Waarheid is zo heel anders en tot op de dag van vandaag doet dat nog steeds pijn.

Jacob (Jaapje) Kreeft

Verhaal nr: 468
Een herinnering van Riet Clement-de Boed aan Jacob Kreeft
Toegevoegd op 2010-03-08 13:08:10

31 Januari 1953 Oude-Tonge

Lieve Lijgje, Jaapje en Dini

Zoals elke zaterdag ging ik op de fiets naar het dorp, naar mijn zus Lijgje en haar kleine kindjes om op te passen, boodschappen doen, aardappels schillen en zo al, ik bleef daar dan tot s'avonds want dan kwam onze Pa en mijn jongere zusje een bakje drinken bij Lijgje. Met zijn drieën vertrokken we dan weer naar buiten dorp want wij woonden daar op de Oudelandsedijk. Maar op deze zaterdag zei Lijgje al om half zes; "Ga jij maar eens gauw naar huis, want de wind wordt al sterker en dan zie ik jullie morgen weer als je uit de Kerk komt".Ik ging er eerst tegen in want ik wilde heel graag bij haar blijven. Maar bezorgde ogen keken mij aan en ze zei nog een keer; "ga nu maar gauw, want het gaat alsmaar harder waaien" Met tegenzin pakte ik mijn fiets en ging. Lijgje staat met Jaapje op haar arm, haar schort wappert door de wind mij nog na te zwaaien, ik keek nog één keer om en zie haar bezorgde ogen en een laatste groet, dan fiets ik weg, het was een hele trap tegen de wind in om thuis te komen.

1 Februari 1953

Alles staat onder water, pas drie dagen later wordt onze angst waarheid, onze lieve zus Lijgje(24 jaar jong) haar zoontje en ons neefje Jaapje van 2 jaar en haar dochterje en onze kleine nichtje Dini van 11 maanden, zijn er niet meer, weg gerukt uit dit leven, mogen ze bij Onze Vader in de Hemel zijn. Voor mij staat zij nog steeds met haar zoontje op de arm en haar schort wapperend door de wind te zwaaien. Maar de Waarheid is zo heel anders en tot op de dag van vandaag doet dat nog steeds pijn.

In het poldertje in Kruiningen

Verhaal nr: 467
Een herinnering van Paula Dek aan Adriana Pieternella Dek
Toegevoegd op 2010-03-04 16:25:38

Het hele gezin was mijn oom tante en drie nichtjes, ze woonden dichtbij de boerderij van opa en opoe. Ik kan ze nog goed herinneren al was ik nog maar vier jaar.

Opoe

Verhaal nr: 466
Een herinnering van Adriaan van Noord aan Jannetje Quist-Hartman
Toegevoegd op 2010-02-16 11:16:16

Jannetje Hartman was mijn opoe. Van moeders kant.
Mijn opoe was een een hartelijke gezellige vrouw die altijd bezig was en veel zelf bakte. Zij was voor mijn moeder haar grootste vriendin.

Mijn opoe was de 4e van 7 kinderen (3 meisjes en 4 jongens) in het gezin Hartman dat achter hun klein winkeltje op de hoek van de Nieuwstraat woonde, onderaan de Molendijk in Oude Tonge. Van zo'n winkeltje kon een heel gezin niet leven natuurlijk, dus vader, moeder en de kinderen werkten ook in "dienstjes" en 's zomers op het land. Dat waren lange dagen. Het schijnt dat 's zomers werkdagen van 's ochtends 5 uur tot 's avonds 8 – ook voor kinderen – geen uitzonderingen waren.

In mei 1918 trouwde zij met Leendert Quist.
Jannetje Hartman en Leen Quist kregen 1 dochter; mijn moeder.

Van haar heb ik het voorgaande gehoord; het was een leven van hard werken.
Door veel en hard te werken en spaarzaam te leven zagen mijn opa en opoe kans om in 1927 een eigen huis te kopen; aan de Zuiddijk in Oude Tonge, nummer 52. Een mooi dijkhuisje. met in de kamer 2 bedsteden en een spinkast boven de kelder; en een geheimzinnig zolderkamertje. Het was er altijd heel gezellig. Ik heb daar heel vaak gelogeerd.
Volgens mijn moeder was het het plan dat ik ook in het rampweekend bij mijn opa en opoe aan de Zuiddijk zou logeren; dat plan ging niet door. Ik sliep thuis; op de Molendijk.

Het weekend erna zou ik ook al blijven logeren, want dan was mijn opoe jarig; ze zou dan 61 jaar worden. We hadden haar cadeautje al in huis.

Niemand kon toen weten dat ik nooit meer bij mijn opa en opoe zou logeren. Pas vele jaren later kon mijn moeder voldoende moed verzamelen om dat kleedje weer tevoorschijn te halen. Hoewel mijn opoe het nooit gezien heeft is dit kleedje bijna onze enige tastbare herinnering aan mijn opoe, want van hun huisje is geen steen overeind gebleven.

OPA

Verhaal nr: 465
Een herinnering van Adriaan van Noord aan Leendert Quist
Toegevoegd op 2010-02-16 11:13:32

Leendert Quist was mijn opa. Van moeders kant.
Tijdens de rampnacht was ik 8. Mijn opa was toen ongeveer even oud als ik nu ben; 65.
Mijn opa was een aardige, lieve, maar ook een strikte rechtgeaarde man; ik kan me niet herinneren dat hij ooit boos op mij werd.

Mijn opa kwam als jongetje van 12 met het gezin Quist (vader, moeder 4 meisjes en 5 jongens) van Sint Maartensdijk op Tholen naar Oude Tonge, waar zijn vader als knecht bij een boer kon gaan werken. Boerenknecht was al een heel mooie baan, want dat was vast werk, en dat was zeldzaam.
Het betekende wél dat niet alleen de vader, maar het hele gezin altijd klaar moesten staan voor allerlei werk op de boerderij. Vooral 's zomers waren Leen en zijn broers en zussen lange dagen op het land. Het schijnt dat 's zomers werkdagen van 's ochtends 5 uur tot 's avonds 8 – ook voor kinderen – geen uitzonderingen waren. Opa was een gezonde man en een harde werker.

In mei 1918 trouwde hij met Jannetje Hartman.
Leendert Quist en Jannetje Hartman kregen 1 dochter; mijn moeder.

Van haar heb ik het voorgaande gehoord; het was een leven van hard werken.
Door veel en hard te werken en spaarzaam te leven zagen mijn opa en oma kans om in 1927 een eigen huis te kopen; aan de Zuiddijk in Oude Tonge, nummer 52. Een mooi dijkhuisje. met in de kamer 2 bedsteden en een spinkast boven de kelder; en een geheimzinnig zolderkamertje.
Ik heb daar heel vaak gelogeerd;
Volgens mijn moeder was het ook het plan dat ik in het rampweekend bij mijn opa en oma aan de Zuiddijk zou logeren; dat plan ging niet door. Ik sliep thuis; op de Molendijk.

Het is wel zeker dat mijn opa en oma zich die rampnacht van het gevaar bewust waren. Zij hadden hoogstwaarschijnlijk hun huisje al verlaten toen zij door een vloedgolf verrast en meegesleurd werden. Toen zij weken later in de Molenpolder gevonden werden bleken zij beiden geheel aangekleed, compleet met overjas en mantel. Mijn opa had een tasje met “belangrijke” papieren bij zich, waaronder de eigendomsacte van hun huisje.
Maar met mijn opa en oma was ook hun huisje in de maalstroom totaal verdwenen. Er bleven ons bijna geen tastbare herinneringen over.

Ter nagedachtenis aan mijn opa.

Verhaal nr: 464
Een herinnering van Carin van IJsselmuide-Bruijns (dochter van Wilma Rampart) aan Laurentius Marinus Cornelis Rampart
Toegevoegd op 2010-01-12 09:27:38

.



De vorige Katie

Verhaal nr: 463
Een herinnering van Katie van der Maale - Maliepaard aan Kaatje Maria Maliepaard
Toegevoegd op 2009-11-26 19:25:03

Ik ben in 1959 geboren en kan dus geen herinneringen aan de ramp hebben. Van ons gezin, wat voor de ramp uit mijn vader en moeder en 3 kinderen bestond, zijn met de ramp 2 kinderen verdronken. Ik ben vernoemd naar mijn zusje Katie die verdronken is. In 1955 is er in ons gezin ook een jongen geboren, die is vernoemd naar mijn broertje Jan die verdronken is. Katie was het tweede kind uit het gezin Maliepaard–van Noord. Het gezin woonde in 1953 in de woning Zuiddijk 37 te Oude Tonge. De woning stond op de dijk. In de nacht van 1 februari is mijn vader gaan kijken of hij hulp moest bieden bij mijn opa en oma. Zij woonden op Zuiddijk 48, ongeveer 100 meter verder, maar wel onder aan de dijk. Wellicht is zijn gedachte geweest dat de oude mensen gevaar liepen en dat zijn eigen woning hoger en dus veiliger lag. De angst van mijn moeder die met haar 3 kinderen in haar eigen woning was achter gebleven werd uiteraard steeds groter. Mede op aanraden van anderen is zij met haar 3 kinderen gevlucht naar het huis van de overburen. Deze vlucht is het gezin fataal geworden. Een gedeelte van die woning is door het water weggeslagen. Katie en haar broertje Jan zijn hierbij meegesleurd en allebei verdronken. Mijn moeder heeft dit vlak voor haar ogen zien gebeuren. Met haar jongste kind in haar armen is zij de volgende morgen van het stukje zolder gehaald wat niet was weggeslagen. Die dag, 1 februari 1953, was niet alleen de sterfdag van haar 2 kinderen maar ook de dag dat zij 33 jaar werd. Haar eigen woning, Zuiddijk 37, is die nacht gespaard gebleven en staat er tot op de dag van vandaag nog. Katie is 21 februari 1953 begraven in het massagraf te Oude Tonge. Zij is 4 jaar oud geworden. Haar broertje Jan is daar 13 maart 1953 begraven. Hij is 7 jaar oud geworden. Omdat er na mijn geboorte weer een “Katie” in ons gezin was werd daarna mijn verdronken zusje “de vorige Katie” genoemd.




De vorige Jan

Verhaal nr: 462
Een herinnering van Jan Maliepaard aan Jan Gerrit Maliepaard
Toegevoegd op 2009-11-26 19:03:11

Ik ben in 1955 geboren en kan dus geen herinneringen aan de ramp hebben. Van ons gezin, wat voor de ramp uit mijn vader en moeder en 3 kinderen bestond, zijn met de ramp 2 kinderen verdronken. Ik ben vernoemd naar mijn broertje Jan die verdronken is. Later is er in ons gezin ook nog een meisje geboren, dat is vernoemd naar mijn zusje Katie die verdronken is. Jan was het oudste kind uit het gezin Maliepaard - van Noord. Het gezin woonde in 1953 in de woning zuiddijk 37 te Oude Tonge. De woning staat op de dijk. In de nacht van 1 februari is mijn vader gaan kijken of hij hulp moest bieden bij opa en oma. Zij woonden op zuiddijk 48, ongeveer 100 meter verder, maar wel onder aan de dijk. Wellicht is zijn gedachte geweest dat de oude mensen gevaar liepen en dat zijn eigen woning hoger en dus veiliger lag. De angst van mijn moeder die met haar 3 kinderen in haar eigen woning was achter gebleven werd uiteraard steeds groter. Mede op aanraden van anderen is zij met haar 3 kinderen gevlucht naar het huis van de overburen. Deze vlucht is het gezin fataal geworden. Een gedeelte van die woning is door het water weggeslagen. Jan en zijn zusje Katie zijn hierbij meegesleurd en allebei verdronken. Mijn moeder heeft dit vlak voor haar ogen zien gebeuren. Met haar jongste kind in haar armen is zij de volgende morgen van het stukje zolder gehaald wat niet was weggeslagen. Die dag, 1 februari 1953, was niet alleen de sterfdag van haar 2 kinderen maar ook de dag dat zij 33 jaar werd. Haar eigen woning, zuiddijk 37, is die nacht gespaard gebleven en staat er tot op de dag van vandaag nog. Jan is 13 maart 1953 begraven in het massagraf te Oude Tonge. Hij is 7 jaar oud geworden. Zijn zusje Katie is daar 21 februari 1953 begraven. Zij is 4 jaar oud geworden. Omdat er na mijn geboorte weer een “Jan “ in ons gezin was werd mijn verdronken broertje “de vorige Jan” genoemd.




Een aardige man.

Verhaal nr: 461
Een herinnering van Johan Boucherie aan Petrus Martinus van Beers
Toegevoegd op 2009-11-23 19:39:01

Mijn oudoom Petrus Martinus van Beers had een klein kapperszaakje in het oude centrum van Vlissingen.
Hij was een aimabele man, nooit getrouwd en als kind werd ik er geknipt. Dat was spannend want er lagen bladen die we thuis niet lazen zoals de "Lach", de "Katholieke Illustratie" enz. In de volksmond werd mijn oom ome "Pik" genoemd. Door een doorbraak bij de bomvrije toren liep het oude centrum van Vlissingen onder water.
Mijn oom verdronk in bed.Hij was een van de drie Vlissingse slachtoffers van de watersnoodramp.

Johannes Everhardus Willemsen

Verhaal nr: 460
Een herinnering van H. van Cruninghe aan Johannes Everardus Willemsen
Toegevoegd op 2009-11-14 15:09:04

Johannes Everhardus Willemsen, geboren te Didam op 5 september 1932 maakte deel uit van de 104e Commando compagnie van het Korps Commando Troepen, gelegerd te Roosendaal. Tijdens de watersnoodramp op 1 februari 1953 werd deze compagnie als één van de eerste ingezet in het rampgebied om aldaar elke hulp te bieden die wenselijk was. Zo ook in Fijnaart. Tijdens een poging van Willemsen om mensenlevens te redden brak een dijk door. Willemsen verdween in de golven en werd als vermist opgegeven. Tot hij werd gevonden hebben zijn kameraden, zover als mogelijk, dagelijks naar hem gezocht. Op 4 maart 1953 werd hij in de omgeving van Fijnaart teruggevonden. Op 7 maart werd hij in Didam met militaire eer begraven. Zijn eigen leven opofferen om dat van een medemens te redden, was een daad van grote heldhaftigheid. Daarom zal zijn naam steeds met ere worden genoemd door zijn oude maats van de 104e Commando compagnie en door al zijn vrienden.



<< Eerste < Vorige -- Pagina 19 van 65 -- Volgende > Laatste >>