Alle herinneringen, omgekeerd chronologisch gesorteerd

10 herinneringen per pagina
Ga naar personen lijst
Je bent niet ingelogged (login)

<< Eerste < Vorige -- Pagina 27 van 65 -- Volgende > Laatste >>

Mijn broer wilde graag boer worden

Verhaal nr: 386
Een herinnering van Mina Verton-Kooijman aan Johan Kooijman
Toegevoegd op 2009-02-10 15:09:13

Johannes Kooijman. Geboren 7 mei 1937 te Nieuwerkerk. Zijn roepnaam was Han. Hij woonde aan de Rijksweg (naast de melkfabriek) en was de derde zoon van Jacob Kooijman en Cornelia Neeltje Kooijman-de Reus. Han wilde graag boer worden, dus zat hij op de Landbouwschool en haalde hoge cijfers. Met zijn zwart haar en bruine ogen en innemend karakter was hij de middenmoot in het gezin (2 broers boven hem en 2 zusjes onder hem.) Helaas mocht hij geen 16 worden. Han verdronk zondag 1 februari 1953. Het huis was al ingestort en toen het dak van de schuur door de golven werd meegesleurd zat Han op een stuk ervan. Dat was zijn vlot en hij dreef weg in de kolkende zee richting Ouwerkerk. In een boomgaard is volgens getuigen zijn vlot gekanteld en hoewel hij goed kon zwemmen kon hij de 'veilige' Rampaertse dijk' niet meer bereiken. Waarschijnlijk is hij door de kou bevangen. Na 3 maanden is Han op die plek gevonden en kon zijn vader hem identificeren. Al die tijd was moeder blijven hopen. We moesten het als gezin aanvaarden, er leefde geen Han meer.


Mijn lieve broer Han


Jaap, mijn broer

Verhaal nr: 385
Een herinnering van Piet Hendrikse aan Jacob Leendert Hendrikse
Toegevoegd op 2009-02-10 15:04:03



Jaap


Trotse vader

Verhaal nr: 384
Een herinnering van Evelien van Kempen-Overeem aan Jan Heijboer
Toegevoegd op 2009-02-10 14:59:26

Jan was erg trots op zijn dochtertje.


Jan en Rianne


Mijn broer Jan

Verhaal nr: 383
Een herinnering van Katrien Vette-Heijboer aan Jan Heijboer
Toegevoegd op 2009-02-10 14:54:21

Als schooljongen was Jan, samen met zijn broer Wim al lid van de muziekvereniging ‘Oefening en Uitspanning’ in Nieuwerkerk. Om een goede muzikant te worden moest er gerepeteerd worden, ook thuis. Dat gebeurde dan ook ’s avonds in de huiskamer. Vader, dirigent van de muziek, was dan de leermeerster, en niet gauw tevreden. Jan deed erg zijn best maar het kon gebeuren dat moeder zei: ‘Nu is het genoeg hoor!’ Er moest toch ook tijd zijn voor het spelen met de vriendjes. Zo werd muziek voor Jan zijn lust en zijn leven; meespelen met de fanfare, op repetitieavonden, uitvoeringen en een mars door het dorp. Zelfs als hij op de fiets aan kwam hoorden we hem fluiten, de muziek hield hem altijd bezig. Toen kwam de tijd dat hij zijn vriendin Betsie Schoof mee naar huis nam. Het werd vaste verkering. De oorlogsjaren van 1940-1945 waren jaren van onrust voor onze jongens. Ze moesten gaan werken in Duitsland. Jan kreeg ook een oproep. Hij koos ervoor om onder te duiken. Eerst bij een zus van Betsie op andere plaatsen. Betsie was hem tot grote steun. In de jaren daarna traden ze in het huwelijk en woonden ze in een huis aan de provinciale straatweg van Nieuwerkerk naar Oosterland, even buiten het centrum van Nieuwerkerk. Het had een mooie grote vijver aan de voorkant. Het was een ruime woning waar ze samen met de moeder van Betsie, mevrouw Schoof-Geluk heel erg gelukkig woonden. Jan had na de lagere school gestudeerd op de Ambachtsschool in Zierikzee en werkte als elektricien bij de PZEM. Iedereen uit het dorp kende hem daarvan. Betsie had op de huishoudschool in Zierikzee gezeten en haar diploma behaald. Op 16 augustus 1950 werd hun dochtertje Rianne geboren, een leuk en lief meisje waar ze heel trots op waren. Met elkaar vormden ze een gelukkig, jong gezin. Tot dat het 1 februari 1953 werd. Jan kwam zondagmorgen heel vroeg mijn vader, moeder en zus waarschuwen. Ik woonde al in Yerseke met mijn man. Hij hoefde hen niet wakker te maken… ze hadden een heel onrustige nacht gehad vanwege de zware storm. Jan zou naar de dijk moeten want in het Gouwe Veer was de dijk doorgebroken. Hij zou nu eerst naar huis gaan om ook voorbereidingen te treffen, zoals vele anderen deden. Dat was het laatste contact met hem. In de loop van de dag moesten ze, als zovelen, het dak van het huis opgaan. Door de kracht van het water dreef het dak weg en kwam het stijl omlaag te staan. Jan, Betsie en Rianne gleden van het dak af en verdronken in het ijskoude water. De buren in de hoger gelegen huizen konden geen hulp bieden, ze hebben Rianne nog wel horen roepen: ‘Mama, papa!’ Maar helaas was er voor het kleine meisje ook geen redding. Mevrouw Schoof-Geluk en Rianne zijn erg genoeg nooit gevonden. We missen onze familie nog iedere dag, het gemis doet nog steeds veel pijn.



Moeder

Verhaal nr: 382
Een herinnering van M Verboom aan Elisabeth Verschuure-Geleedst
Toegevoegd op 2009-02-10 13:00:02

Het was een komen en gaan thuis bij mijn moeder en mij. Ze stond bekend als een sociale, behulpzame vrouw. Altijd ving ze mensen op, van familie tot evacués tijdens de oorlog. Die bewuste zaterdagavond stormde het ontzettend hard. “Zullen we toch wel gaan slapen met dit weer?”, vroeg mijn moeder nog aan me vlak voordat ze haar bedstee instapte. ’s Nachts werd ik wakker van lawaai. Het bleek het water te zijn, dat heel erg snel steeg. We woonden vlakbij ‘het gat’ in de dijk. Mijn moeder kon ik niet meer wakker maken, ze is overvallen door het water en is zo in haar bedstee verdronken. Ze is 65 jaar geworden.

Lieve kleine opoe

Verhaal nr: 381
Een herinnering van M de Bokx aan Martina Hoek van Dijke-de Leeuw
Toegevoegd op 2009-02-10 12:56:49

Mijn opoe was een heel klein, zorgzaam vrouwtje. Een tijdje was ik ziek en moest ik zeven weken bij haar logeren, omdat mijn moeder van mijn jongste zus zwanger was. Dat was een geweldige tijd. Ik mocht van opoe in de bedstee slapen. Als kind vond ik dat geweldig. Onder de bedstee lagen de boterhammen klaar die ze met veel liefde met haar kleine handjes klaarmaakte voor me. Ze was een lief mens, mijn opoe. Iedere avond liet ze een petroleumlampje op tafel branden wanneer ze slapen ging. Zo ook tijdens de rampnacht. Helaas heeft ze het water niet overleefd en is in de nacht verdronken. Op de deinende tafel in het water stond het lampje, het brandde nog. Mijn lieve opoe is 79 jaar geworden.

Mijn oma

Verhaal nr: 380
Een herinnering van Matty Remmerswaal-Elen aan Maatje Smallegange-Kloet
Toegevoegd op 2009-02-10 11:14:11

Ik heb weinig echt persoonlijke herinneringen uit mijn vroegste kinderjaren, anders dan wat ik in foto's en brieven gevonden heb. Dit was m'n eerste: Ik was 5 jaar. We woonden niet in Zeeland, maar in Gorinchem. Mijn oma van moeders kant woonde in Nieuwerkerk, alleen in een groot huis. Ze heeft de kleinkinderen die zo ver weg woonden regelmatig bezocht ondanks de lange reis. Elke zomer gingen wij naar Zeeland. In het begin naar oma, later naar de ooms en tantes. Een bezoek aan Nieuwerkerk was vaste prik: naar de slager om worst, naar kennissen en naar het graf. Zo'n 10 jaar geleden hebben mijn man en ik, die nu zelf in Zeeland wonen, geprobeerd de plaats van oma's huis te localiseren. Met wat hulp van inwoners aldaar hebben we die plek toen gevonden. Ik was 5 en wat ik me van oma herinner zijn mijn moeders tranen, toen ze het nieuws van de ramp hoorde. Ik zie haar zo voor me; ze zat op de pianokruk terwijl de tranen over haar wangen stroomden. Moeders huilen niet in de ogen van een vijfjarige. Het heeft diepe indruk op me gemaakt.

Het huis van mijn opa en oma omstreeks 1920


Nooit begrepen

Verhaal nr: 379
Een herinnering van Han van der Maas aan Leendert Jan Hage
Toegevoegd op 2009-02-10 11:06:01

Leen en ik waren neefjes,onze moeders waren zussen.We waren beiden enigst kind. We waren als broertjes,speelden elke dag met elkaar.Mijn ouders en ik zijn gered door mensen van het dorp. Leen en zijn ouders hadden geen geluk,zodat onze jeugd wreed verstoord werd. Als kind heb ik het nooit begrepen en dat is me ook nooit gelukt....

Herinneringen aan Tante koos en ome Pau.

Verhaal nr: 378
Een herinnering van Han Sprengelmeijer aan Jacoba Bolijn-van den Hamer
Toegevoegd op 2009-02-10 10:21:37

Tante Koos(Jacoba v.d. Hamer) was de moeder van Wim (Willem Jan), Jan(Jan Willem) Leen(Leendert Paulus) en Jootje(Johanna Sara) Bolijn. Tante Koos was getrouwd met Oom Pau(Paulus), hij was een broer van mijn moeder. Het toen jonge gezin woonde aan de Straatweg 142 te Ouwerkerk, op de plaats waar nu het hertenkamp is. Wim was in militaire dienst, en was in dat fatale weekend met verlof thuis. Jan was timmermansknecht, Leen was smidsknecht, en Jootje was nog een kleuter. In de ramp nacht is behalve Oom Pau, heel het gezin verdronken, moeder en 4 kinderen. In de week na de ramp is Oom Pau bij mijn ouders in Zierikzee in het gezin opgenomen. Hij was totaal ontredderd. Een jonge man van 45 jaar, die in enkele uren zijn hele gezin kwijt was en alleen over bleef op de wereld. Slachtofferbegeleiding bestond toen niet, hij moest zijn verhaal zelf en met mijn ouders verwerken. Ik kan dat verhaal nog goed herinneren, wat hij aan mijn ouders vertelde, wat er die rampnacht op die zolderverdieping heeft afgespeeld. Omdat het water zo snel steeg (de 4 bannenpolder was klein)was het voltallige gezin op de zolder verdieping gevlucht. Geen tijd meer om naar het hoger gelegen dorp te gaan. Door de druk van het water is de hele verdieping van hout opgetild en gaan drijven, en zijn de steunmuren ingestort. Kort daarop is het puntdak er af gewaaid, en is het hele gezin weg gedreven op de verdiepingsvloer. Toen deze, tegen een dubbele telefoonpaal botste, is de houten vloer gekanteld. Jootje is in haar kinderbedje weggedreven, en tante Koos is zo het water in gestapt. Oom Pau is met zoon Leen in de telefoonpaal geklommen, en de beide andere zoons zijn weg gepoeld. Enkele uren later is Leen, door de kou bevangen, overleden. Oom Pau is daags daarna door de dorpsbewoners gered. Hij is na de ramp op Ouwerkerk gaan wonen, en heeft weer een leven opgebouwd. In 1988 is hij als tachigjarige overleden. Als ik nu als oudere, langs het hertenkamp op Ouwerkerk ga, dan gaan mijn gedachten nog naar die tijd terug. Ze wilden ook leven en werken, ik weet niet of de touristen zich hier iets van voor kunnen stellen wat er toen gebeurd is.

Klasgenoten

Verhaal nr: 377
Een herinnering van Adri Kole aan Wilhelmina Magdalena Balkenende
Toegevoegd op 2009-02-09 15:57:07

We waren klasgenoten op de "School met den Bijbel" te Kruiningen.Ook op de mulo te Krabbendijke zaten we in het schooljaar '52-'53 in dezelfde eerste klas. Soms fietsten we samen uit school terug naar huis. Jij op een mooie donkerrode fiets. Jij sloeg dan, tegenover de Veer-havenweg,rechtsaf naar de-"Hoge Moer", de boerderij waar je woonde. De boerderij die je vanuit ons zolderraam kon zien. Ook op zondag 1 februari 1953. Tot ongeveer vijf uur in de namiddag. Daarna was er van de boerderij niets meer te zien. Later besefte ik pas echt wat er toen daar is gebeurd.

<< Eerste < Vorige -- Pagina 27 van 65 -- Volgende > Laatste >>